Doorgaan naar de inhoud

Spaans

Español

Aantal moedertaalsprekers

ongeveer 450 miljoen

Officiële taal in

Mexico (110 miljoen), Colombia (47 miljoen), Spanje (46 miljoen), Argentinië (40 miljoen), Peru (28 miljoen), Venezuela (27 miljoen), Chili (17 miljoen), Guatemala, Ecuador, Cuba, Dominicaanse Republiek , Bolivia, Honduras, Paraguay, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Puerto Rico, Panama, Uruguay, Equatoriaal-Guinea, de Westelijke Sahara, EU

Minderheidstaal in

Verenigde Staten, Belize, Andorra, Gibraltar, Israël

Taal van diaspora

Verenigde Staten, Canada, Australië, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, Brazilië, Israël, Italië, Algerije

Alfabet
27 letters
Grammaticale naamvallen
0
Taalcode
es, spa
Taalkundige tipologie
flexief , pro-drop , SVO
Taalfamilie
Indo-Europees, Romaans
Aantal dialecten
enkele honderden dialecten (Europese: Noordelijk schiereiland, Centraal-Zuid-schiereiland, Zuid-schiereiland, de Canarische Eilanden; Amerikaans: Mexicaans, Caribisch, Andes-Pacific, Río de la Plata, Chileense, Midden-Amerikaans)

Langste woord

scheikunde, Cyclopentanoperhydrofenanthreen

Eigenaardig woord of zin

otorinolaryngologie
spoorwegman
een stad in Mexico, gebruikt als struikelwoord

Inleiding

Het Spaans (español), ook wel Castiliaans genaamd (castellano), is een Romaanse taal die ontstaan is ​​in de regio Castilië in Spanje. Net als andere Romaanse talen, is het voortgekomen uit gesproken Latijn, na de komst van de Romeinen op het Iberisch schiereiland (218 voor Christus). De kolonisatie van Amerika, begonnen in de zestiende eeuw, maakte de verspreiding van het Spaans mogelijk over grote delen van de beide Amerikaanse continenten. Na het verwerven van hun onafhankelijkheid begonnen de nieuwe Amerikaanse landen met het proces van taalkundige eenmaking.

Ongeveer 450 miljoen mensen spreken het Spaans als moedertaal, waardoor het de tweede wordt na het Mandarijn Chinees qua aantal moedertaalsprekers. 60 miljoen mensen spreken het Spaans als een tweede taal en 20 miljoen studenten leren het als een vreemde taal. Het is de derde meest gebruikte taal op het internet (met 182 miljoen gebruikers). Spaans is een van de zes officiële talen van de Verenigde Naties en wordt ook gebruikt als een officiële taal door de Europese Unie, Mercosur, FIFA en nog veel meer internationale organisaties.

Geschiedenis

  • Vóór de 3-de eeuw voor Christus

    Pre-Romeinse invloed

  • Derde eeuw voor tot eerste eeuw na Christus

    Romanisering van het Iberische schiereiland: Het Latijn vervangt pre-Romaanse talen

  • 409 – 711

    Migratieperiode – invloed van de Visigoten

  • 711

    Moorse invasie – Arabische invloeden

  • 722

    Begin van de Reconquista

  • 13-de eeuw

    Alfons X van Castilië – uitvoerig begin van het gebruik van het Castiliaans (stichting van Toledo School voor Vertalers)

  • 10-de tot 14-de eeuw

    Middeleeuws Spaans

  • twaalfde tot veertiende eeuw

    Taal van lyrische dichters

  • 1492

    Einde van de Reconquista

  • 1492

    publicatie van Grammatica door Antonio de Nebrija - het eerste boek dat zich toespitst op de structuur van een West-Europese taal naast het Latijn

  • 1208

    Eerste universiteit in Spanje (Universidad de Palencia)

  • 15-de – 17de eeuw

    Vroegmodern Spaans (klassiek Spaans)

    gekenmerkt door een reeks van fonologische en grammaticale veranderingen die Oud Spaans getransformeerd hebben in het moderne Spaans

  • 15de – 17de eeuw

    Ontdekkingen, taal van de handel en missionarissen, uitbreiding van de taal doorheen het Spaanse Rijk (invloed van inheemse Amerikaanse talen)

Taalkundige evolutie op het Iberische schiereiland

Bron: Wikimedia Commons

Net als zijn Romaanse zustertalen heeft het Spaans een aantal systematische geluidsveranderingen ondergaan tijdens de evolutie uit het Latijn. Het introduceerde soms tweeklanken, en - interessant - de oorspronkelijke paren PL-, CL, FL- veranderden in palatale /ʎ/, geschreven ll b.v.: plorarellorar.

Schrijfsysteem en uitspraak

Het Spaans gebruikt het Latijnse alfabet met een extra medeklinker, ñ, die een palatale nasaal voorstelt. De vijf klinkers kunnen een aigu krijgen.

  • a
  • á
  • b
  • c
  • d
  • e
  • é
  • f
  • g
  • h
  • i
  • í
  • j
  • k
  • l
  • m
  • n
  • ñ
  • o
  • ó
  • p
  • q
  • r
  • s
  • t
  • u
  • ú
  • ü
  • v
  • w
  • x
  • y
  • z

Er zijn 5 digrafen (letterparen om een enkele klank aan te duiden): ch, ll, rr, gu en qu.

Grammatica

Heel interessant is, dat er een cruciaal en systematisch verschil is tussen de indicatief en conjunctief. Terwijl de indicatief verwijst naar echte, of schijnbaar echte gebeurtenissen, wordt de conjunctief gebruikt om twijfel of onzekerheid over veronderstelde toestanden te uit te drukken.

  • Llegaré aunque mi coche no funciona.
    Ik zal komen, hoewel mijn wagen niet werkt. (ind).
    (de spreker weet dat de wagen niet werkt)
  • Llegaré aunque mi coche no funcione.
    Ik zal komen, zelfs als mijn wagen niet zou werken
    (de spreker weet niet zeker of de wagen zal werken of niet)
  • Quizás lo pueden hacer.
    Misschien kunnen ze het doen.
    (de spreker weet dat ze het kunnen, maar weet niet of ze het zullen doen)
  • Quizás lo puedan hacer.
    Misschien kunnen ze het doen.
    (de spreker is er niet zeker van of ze kunnen)

Substantiefgroep verbuiging:

Mannelijk Vrouwelijk
de zwarte kat de ronde tafel
Enkelvoud el gato negro la mesa redonda
Meervoud los gatos negros las mesas redondas

Werkwoordgroep verbuiging

Het Spaans heeft 3 regelmatige vervoegingen (-ar, -er en -ir), bv. hablar (talk), comer (eten) en dormir (slapen), evenals tientallen onregelmatige werkwoorden of werkwoordgroepen. Een half regelmatige functie is een klinkerverschuiving tussen vormen met de nadruk op de stam en vormen met de nadruk op de uitgang.

Stam-benadrukt Uitgang-benadrukt
querer
willen/beminnen
quiero
ik wil/bemin
queremos
wij willen/beminnen
dormir
slapen
duermo
ik slaap
dormimos
wij slapen

Buigingsparadigma voor werkwoorden op –ER

Enkelvoud Meervoud
1-ste persoon 2-de persoon 3-de persoon 1-ste persoon 2-de persoon 3-de persoon
Aantonende wijs
Tegenwoordig como comes come comemos coméis comen
Onvoltooide tijd comía comías comía comíamos comíais comían
Verleden tijd comi comiste comió comimos comisteis comieron
Toekomende tijd comeré comerás comerá comeremos comeréis comerán
Aanvoegende wijs
Tegenwoordig coma comas coma comamos comáis coman
Onvoltooide tijd comiera / comiese comieras / comieses comiera / comiese comiéramos / comiésemos comierais / comieseis comieran / comiesen
Toekomende tijd comiere comieres comiere comiéremos comieres comieren
-
Voorwaardelijke wijs comería comerías comería comeríamos comeríais comerían
Gebiedende wijs come coma comamos comed coman

Daarnaast kunnen de volgende samengestelde tijden worden gevormd met het hulpwerkwoord haber, met voorbeelden in de eerste persoon enkelvoud:

Aantonende wijs Aanvoegende wijs
Samengestelde voltooid verleden tijd he comido haya comido
Samengestelde volstrekt verleden tijd había comido hubiera comido/hubiese comido
Voltooid toekomende tijd habré comido hubiere comido
Samengestelde voorwaardelijke wijs habría comido -

Woordvorming en lexicon

Ongeveer 60% van de Spaanse woordenschat bestaat uit woorden, afkomstig uit het Latijn, ongeveer 10% komen uit het Grieks, 10% uit het Gotisch, 10% uit het Arabisch en 10% uit andere talen (zoals Germaanse, Baskisch, Iberisch, Catalaans, Maya, Nahuatl, Quechua, Aymara en andere).

Arabische woorden in het Spaans

Arabische invloeden op het Spaans zijn vooral te wijten aan de islamaanwezigheid op het Iberische schiereiland tussen de 711 en 1492 Deze woorden zijn vaak te herkennen aan het begin 'al-' (het Arabische lidwoord).

  • aceituna
    olijf
  • albornoz
    kamerjas
  • alboroto
    opstand, vreugde
  • alcalde
    burgemeester
  • enchufar
    inschakelen
  • naranja
    oranje

Invloed van Amerikaanse moedertalen

Bij het ontdekken van nieuwe landen, ontbrak het de Spaanse veroveraars aan woorden, toen ze geconfronteerd werden met de Amerikaanse natuur, zo werden de namen van duizenden dieren, planten en plaatsen geleend van Indiaanse talen. Sommige van deze woorden worden gebruikt in beperkte gebieden van de Spaanstalige wereld, maar andere zijn internationaal bekend geworden (bijvoorbeeld chocolade, tequila of poema).

Spaanse woorden afkomstig uit het Nahuatl

Gedocumenteerde Nahuatl-woorden in het Spaans (meestal gesproken in Mexico en Midden-Amerika) omvatten een extensieve lijst woorden die dieren, planten, groenten en fruit, voedingsmiddelen en dranken, en huishoudtoestellen aanduiden.

Veel van deze woorden eindigen met het achtervoegsel "-tl" in het Nahuatl. Dit woordeinde, moeilijk uit te spreken voor Spaanstaligen, evolueerde in het Spaans in een "-te" (bijvoorbeeld axolotl = ajolote).

  • chapulín
    sprinkhaan
  • guajalote
    kalkoen
  • ocelote
    ocelot (of pardelkat)
  • cacao
    cacao
  • chile
    chilipeper
  • tomate
    tomaat
  • chocolate
    chocolade
  • tequila
    tequila
  • papalote
    vlieger

Quechua-woorden in het Spaans

  • pampa
    pampas
  • llama
    lama
  • cancha
    speelveld
  • puma
    poema
  • cóndor
    condor
  • coca
    coca
  • guano
    guano

Dialecten

De regionale varianten van het Spaans verschillen van elkaar meer in uitspraak en woordenschat dan in de grammatica. De grootste verschillen worden gevonden tussen het Europese Spaans (ook wel schiereiland-Spaans) en het Latijns-Amerikaanse Spaans, maar de verschillen komen ook voor binnen Spanje en Spaans-Amerika.

Themawoorden

Grappige of vreemde traditionele spreekwoorden en uitdrukkingen

Terug naar boven