Turks
Türk dili
Türk dili
meer dan 70 miljoen
Turkije, Cyprus
Macedonië, Roemenië, Bosnië en Herzegovina, Griekenland, Irak, Kosovo
Duitsland, Frankrijk, Nederland, de VSA, Oostenrijk, Saoedi-Arabië, Zwitserland, Australië, Zweden, Rusland, Denemarken, Groot-Brittannië, Canada, België, Bulgarije, Italië, Azerbeidzjan ...
Een populair Turks standpunt is, dat er een gemeenschappelijke Turkse taal bestaat (Türkçe), die onderverdeeld is in grote dialecten (lehçe), zoals Kazachs Turks (Kazak Türkçesi), Oezbeeks Turks (Özbek Türkçesi) en het Turks van Turkije (Türkiye Türkçesi). Volgens dit standpunt, dat niet wordt gedeeld door de meeste taalkundigen, is het Turks (dat wil zeggen de gemeenschappelijke Turkse taal) een van de meest gesproken talen in de wereld met bijna 200 miljoen sprekers.
Het Latijnse alfabet werd in 1928 ingevoerd. Eerdere schrijfsystemen, zoals het rune-alfabet, of Oeigoers of Arabisch schrift komen niet overeen met het moderne Turkse alfabet, dat bestaat uit 21 medeklinkers en 8 korte klinkers. Er zijn geen lange klinkers of tweeklanken. Het doel van de taalhervorming van Atatürk was een nauwere overeenkomst tussen schrift en spraak te hebben: Benim adım Mustafa [Benim adɯm Mustafa] ('Mijn naam is Mustafa').
Een van de meest karakteristieke kenmerken van de Turkse is klinkerharmonie, waaronder de tegenstellingen:
Vooraan | Achteraan | |||
---|---|---|---|---|
Onronde | Ronde | Onronde | Ronde | |
Hoog -o | i | ü | ı | u |
Laag -o | e | ö | a | o |
Bijvoorbeeld de uitdrukking görüşürüz ("tot ziens", letterlijk "we zullen elkaar zien") bestaat uit de stam gör- (zien) en drie verschillende achtervoegsels, die elk vier varianten hebben: -ış/iş/uş/üş (terug-) -ır/ir/ur/ür (aorist) -ız/iz/uz/üz (eerste persoon meervoud). De klinkers in de achtervoegsels veranderen afhankelijk van de stamklinker. Dezelfde volgorde van achtervoegsels toegevoegd aan verschillende wortels produceert verschillende resultaten:
In tegenstelling tot de meeste Europese talen is het Turks een agglutinerende taal. Dit betekent dat grammaticale suffixen toegevoegd worden aan een onveranderlijke woordstam. Elk suffix heeft zijn eigen grammaticale betekenis. Meerdere suffixen kunnen toegevoegd worden aan het woord, zoals in het onderstaande voorbeeld:
Er is geen grammaticaal geslacht in het Turks, zodat het woord arkadaş (vriend) kan gebruikt worden voor zowel mannen als vrouwen. Er is geen bepalend lidwoord maar het telwoord bir (één) kan worden gebruikt als een onbepaald lidwoord. Het meervoud wordt aangegeven door het achtervoegsel -lar/ler (afhankelijk van de vocale harmonie), zoals in evler (huizen) en atlar (paarden). Er zijn zes naamvallen in het Turks, nominatief, genitief, datief, accusatief, locatief, ablatief. De klinker in het achtervoegsel is afhankelijk van klinkerharmonie:
huis | paard | doctor | acteur | |
Nominatief | ev | at | doktor | aktör |
---|---|---|---|---|
Genitief | evin | atın | doktorun | aktörün |
Datief | eve | ata | doktora | aktöre |
Accusatief | evi | atı | doktoru | aktörü |
Locatief | evde | atta | doktorda | aktörde |
Ablatief | evden | attan | doktordan | aktörden |
Werkwoordvormen volgen het patroonstam-aspect/tijd-persoon achtervoegsel, bijvoorbeeld oyna-dı-m (ik speelde). Een ontkenning wordt gemaakt met het negatieve achtervoegsel -ma/me na de stam, bijvoorbeeld oyna-ma-dı-m (ik speelde niet). Voor vragen wordt het partikel mı/mi/mu/mü gebruikt, bijvoorbeeld oynadım mı? (speelde ik?). Er zijn vijf basistijden in het Turks: tegenwoordige, toekomende, aorist, voltooid verleden en de inferentiële verleden tijd. Deze laatste (ook wel 'gerapporteerd verleden' genoemd) wordt gebruikt om iets te beschrijven, dat gerapporteerd werd aan de spreker, wanneer de spreker niet weet of de zin waar is of niet, bijvoorbeeld Ali evlenmiş (het schijnt dat Ali getrouwd is).
Enkelvoud | Meervoud | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
1-ste persoon | 2-de persoon | 3-de persoon | 1-ste persoon | 2-de persoon | 3-de persoon | |
Tegenwoordig | yapıyorum | yapıyorsun | yapıyor | yapıyoruz | yapıyorsunuz | yapıyorlar |
Toekomende tijd | yapacağım | yapacaksın | yapacak | yapacağız | yapacaksınız | yapacaklar |
Aorist | yaparım | yaparsın | yapar | yaparız | yaparsınız | yaparlar |
Bepaald verleden tijd | yaptım | yaptın | yaptı | yaptık | yaptınız | yaptılar |
Verondersteld verleden tijd | yapmışım | yapmışsın | yapmış | yapmışız | yapmışsınız | yapmışlar |
Onveranderlijke woordstammen vormen de kern van het lexicon. De oudste stammen zijn gewoonlijk eenlettergrepige stammen van het type VC, CV, CVC of CVCC, waardoor het aantal stammen beperkt is. Nieuwe woorden worden gevormd door toevoeging vann achtervoegsels aan de stammen of reeds bestaande woorden, bijvoorbeeld:
Reduplicatie is een zeer populaire manier om de betekenis van een woord te versterken in het Turks. Er zijn verschillende soorten:
Reduplicatie wordt ook gebruikt in onomatopeeën: çıtır çıtır (gebruikt wanneer iemand knapperig voedsel eet), şapır şapır (gebruikt wanneer iemand luid eet of kust). Het kan ook gebruikt worden voor bepaalde visuele kenmerken van objecten: pırıl pırıl (glanzend). Hoewel de bovengenoemde constructies zeer populair zijn, liggen de patronen vast (behalve groep C) en is de creatie van nieuwe elementen beperkt.