Doorgaan naar de inhoud

Nederlands

Nederlands, Vlaams

Aantal moedertaalsprekers

21 miljoen (plus 5-6 miljoen Afrikaans-sprekers)

Officiële taal in

Nederland, België, Suriname, Aruba, Curaçao, Sint Maarten; EU, Unie van Zuid-Amerikaanse Naties, officieus gebruikt in de Caribische Gemeenschap.

Minderheidstaal in

Frankrijk (20—40.000), Duitsland (Kleve, Ostbergisch)

Taal van diaspora

VSA, Canada, Aŭtralië, Nieuw Zeeland

Alfabet
26 + IJ
Grammaticale naamvallen
0
Taalcode
nl, nld, dut
Taalkundige tipologie
matig flexief , woordsamenstelling , SOV /V2
Taalfamilie
Indo-Europees, West-Germaans, Laag-Frankisch — middenpositie tussen Engels en Duits.
Aantal dialecten
Drie hoofdgroepen: 1. (Laag) Frankisch (LF) 2. Limburgs 3. Nedersaksisch [West Nederduits].

Langste woord

Eigenaardig woord of zin

Enkel klinkers [-n wordt niet uitgesproken]
woorden met drievoudige e
de kortste plaatsnaam

Inleiding

Nederlands is een polycentrische taal, met bijzondere ontwikkelingen in verschillende gebieden. De noordelijke variant (Nederland, Hollands Nederlands, Nederlands) is de dominante variante en de tendens voor andere is er min of meer naar te convergeren. .

Afrikaans - een zustertaal

De enige nog gesproken creooltaal gebaseerd op het Nederlands is het Afrikaans, een van de elf officiële talen van de Republiek Zuid-Afrika. Het is ook een van de weinige creooltalen die een literaire taal geworden is en tot de status van standaardtaal gekomen is. Afrikaans en Nederlands zijn voor een groot deel onderling verstaanbaar, maar zijn duidelijk verschillende talen.

Geschiedenis

  • < 1150

    Oudnederlands

    zwak bewezen

  • 1150 – 1550

    Middelnederlands

    gebruikt in veel documenten en wat literatuur

  • twaalfde eeuw

    H. Van Veldeke, middeleeuws dichter

  • 1550 - 1849

    Vroegmodern Nederlands

    letterkunde en wetenschap

  • 1637

    Vertaling van de bijbel, de Statenbijbel, S. Stevin creëert wetenschappelijke terminologie, de Gouden Eeuw van de Nederlandse cultuur

  • > 1849

    Modern Nederlands

  • 1849

    Congres in Gent

  • 1863

    Eerste gemeenschappelijke spelling

  • 1882

    Het Van Dale - Woordenboek — het grootste woordenboek ter wereld

  • 1934

    De spellingshervorming van Marchant - naamvalsuitgangen afgeschaft

  • 2006

    Spellingaanpassing en alternatieve ("witte") spelling

Schrijfsysteem en uitspraak

Het is niet gemakkelijk te bepalen hoeveel letters er in het Nederlandse alfabet zijn. In de belangrijkste handleidingen over spelling is er niet eens een lijst met letters! De meest voorkomende is de lijst met 26 letters, maar q, x en y worden alleen gebruikt in leenwoorden. Er is ook onduidelijkheid of de dubbele letter "IJ, ij" (zoals in IJsland - IJsland) een aparte letter is of niet. Het Nederlands gebruikt ook een aantal diakritische tekens, ongeveer 15 (zie figuur hieronder), die ook niet worden beschouwd als onafhankelijke letters. Een goede speller in het Nederlands moet een goede beheersing van het Engels hebben, omdat er voor veel woorden geen alternatieven zijn voor de leenwoorden (baby, privacy e.d.). Een van eigenaardigheden van de Nederlandse spelling is de lettercombinatie " 's- " — ‘s-Gravenhage, ‘s-Hertogenbosch — alleen te vinden in het Nederlands.

  • â
  • a
  • à
  • á
  • b
  • c
  • d
  • è
  • ë
  • é
  • ê
  • e
  • f
  • g
  • h
  • í
  • i
  • ï
  • j
  • k
  • l
  • m
  • n
  • ö
  • ó
  • o
  • p
  • q
  • r
  • s
  • t
  • ü
  • u
  • v
  • w
  • x
  • y
  • z

Het Nederlands heeft ongeveer 40 klanken (fonemen): 24 medeklinkers en 16 klinkers, waarvan 4 tweeklanken. Het onderscheid tussen lange en korte klinkers is zeer belangrijk. Het Guinness recordboek vermeldt feitelijk ​​het Nederlandse Weert dialect als het taalsysteem met de grootste aantal klinkers in de wereld.

Een van de moeilijkste klanken voor anderstaligen is de uitspraak van de tweeklank ui ([œy], "ui") en het onderscheid tussen een "f" en een "v" (de laatste is kenmerkend voor het Nederlands. Het probleem is dat het essentiële verschil niet de trilling van de stembanden is, maar de betrekkelijke lengte). Er zijn ook diverse "H-klanken" (g, ch, [ɣ], [x] en h – chaos, lach, hoog).

Woordvorming en lexicon

Het Nederlandse lexicon is meestal Germaans maar met grote hoeveelheden leenwoorden uit het Latijn, Duits, Frans en Engels — min of meer in die volgorde in tijd en aantal leenwoorden. Het meest expressierijke deel van het Nederlandse ligt echter niet in de woorden, maar in de vele pittoreske en treffende spreuken, metaforen en uitdrukkingen die een soort van visuele dimensie geven aan deze taal. Dat heet beeldspraak en staat hoog aangeschreven in elke vertelvorm. Deze uitdrukkingen zijn meestal onvertaalbaar naar andere talen.

De Nederlanders zijn bekend, onder andere omdat ze gek zijn op schaatsen; veel woorden uit dit gebied zijn niet vertaalbaar, en vele ervan komen uit het Fries. Een voorbeeld is: klunen wat betekent "het lopen op schaatsen over een stuk land tussen twee gebieden bedekt met ijs". Koek-en-zopie betekent "een stuk taart en een warm drankje geconsumeerd tijdens het schaatsen of een kiosk, waar men dat verkoopt." Andere onvertaalbare termen zijn verbonden met zaken rond water, kanalen, dijken, plassen, meren, enz. - omdat water de alles bepalende factor is van het leven in dit land onder de zeespiegel. Sommige van deze woorden werden overgenomen in andere talen en omvatten boulevard (oorspronkelijk: bolwerk - "bolwerk", "bastion", "barricade", "defensieve constructie aan de voorkant van een fort"), mannequin (oorspronkelijk uit het Vlaams: mannekke - "een jongen, kereltje, jongeman, jongen, kerel"), baas (oorspronkelijk: baas). Veel zee- en scheeps-termen in het Engels en Russisch komen uit het Nederlands, bijvoorbeeld de ziekte "scheurbuik", "scorbutus" (oorspronkelijk: scheerbuik - gewonde buik). En natuurlijk kent iedereen polder, dijk, klompen en tulpen.

  • ja
    ja
  • nee
    neen
  • man
    man
  • dank (u)
    Dank je
  • taal
    taal

Themawoorden

Grappige of vreemde traditionele spreekwoorden en uitdrukkingen

Terug naar boven